Concentratieproblemen bij kinderen
De deur gaat open, er komt een klasgenoot terug de klas in. Een andere klasgenoot staat op en loopt naar het bureau van de juf. Dan trekt een ander zijn la open en begint hierin te rommelen. Het lukt Rick maar niet om zich te concerteren op zijn werkt. Hij wiebelt op zijn stoel en wipt naar achteren om naar buiten te staren. Dan zegt de juf ineens dat de kinderen nog vijf minuten hebben om hun werk af te maken, want ze gaan daarna verder met een ander vak. Rick kijkt in zijn werkboek. Hij heeft zijn werk nog lang niet af. Hij heeft pas één opdracht gemaakt, maar er zijn vijf opdrachten.
Herkenbaar? Raakt jouw kind ook snel afgeleid? Heeft het moeite zich te concentreren? En komt werk hierdoor niet af? Elk kind heeft zo nu en dan moeite om zich te concentreren. Maar als dit te vaak gebeurt, kan het gevolgen hebben voor de schoolresultaten en dus voor de ontwikkeling van een kind.
Wat zijn concentratieproblemen bij kinderen?
Concentratieproblemen bij kinderen gaan over het gedrag van een kind tijdens het uitvoeren van een bepaalde taak of opdracht en komt meestal voor bij taken of opdrachten die kinderen minder leuk vinden om te doen. Concentratieproblemen uiten zich op verschillende manieren. Zo kan een kind moeite hebben zijn aandacht bij een taak te houden of langere tijd aan een opdracht te werken. Andere kinderen zijn snel afgeleid door externe prikkels in hun omgeving. Bijvoorbeeld geluiden of bewegingen, zoals een deur die open en dicht gaat, een auto die voorbijrijdt of het niezen van een klasgenoot. Ook zijn er kinderen die moeite hebben instructies te volgen. Ze dromen bijvoorbeeld weg tijdens de uitleg van een les en horen de leerkracht niet meer. Sommige kinderen hebben moeite taken te organiseren of af te maken. Ze weten niet waar ze moeten beginnen of hoe ze het moeten aanpakken, waardoor ze tijd verliezen, met het gevolg dat ze hun werk niet af hebben.
Concentratieproblemen kunnen zich ook uiten in onrustig gedrag, zoals wiebelen, constant bewegen of friemelen. Een kind vindt het bijvoorbeeld moeilijk om lang stil te zitten en zich op een opdracht te richten. Daarbij kunnen ze soms impulsief zijn en bijvoorbeeld anderen onderbreken of moeite hebben om op hun beurt te wachten. Verder heeft het moment van de dag ook invloed op de concentratie van een kind. ‘s Ochtends gaat het over het algemeen beter dan aan het einde van de dag. Het slaap- en eetpatroon van het kind speelt ook een rol. Als een kind bijvoorbeeld moe is of honger heeft, kan het zich minder goed op een taak of opdracht richten. Dat geldt niet alleen voor kinderen, maar ook voor ons als volwassenen!
Soorten concentratieproblemen
Er zijn verschillende soorten concentratieproblemen die kunnen voorkomen bij kinderen. Zo wordt er onderscheid gemaakt tussen twee soorten: (1) concentratie belemmering en (2) concentratie- of aandachtsstoornis. Bij een concentratie belemmering beschikt een kind wel over het vermogen om zich te concentreren, maar is het moeilijk door omstandigheden zoals geluid, onvoldoende nachtrust, beweging of het moment van de dag. Bij een concentratie- of aandachtsstoornis heeft een kind niet het vermogen zich te concentreren. Er is bijvoorbeeld sprake van ADHD (Attention Deficit Hyperactivity Disorder) of ADD (Attention Deficit Disorder). Kinderen met concentratiestoornissen hebben veel moeite om hun aandacht er langdurig bij te houden, zijn erg snel afgeleid en kunnen impulsief zijn.
Oorzaken van concentratieproblemen
Concentratieproblemen zijn er in allerlei soorten en maten en hebben meestal een onderliggende oorzaak. Concentratie heeft voor een groot deel te maken met de taak of opdracht waarop een kind zich concentreert. Als een kind de taak of opdracht leuk vindt, kan het zich langer concentreren dan tijdens een opgedragen taak of opdracht. Dat geldt voor zowel kinderen met als zonder een concentratie- of aandachtstoornis. Concentratie kan dus vrijwillig of gedwongen zijn. Vrijwillige concentratie bestaat bijvoorbeeld uit het eigen vrije spel, gamen of tv-kijken. Gedwongen concentratie zijn opgedragen taken of opdrachten, zoals huiswerk maken, het leren voor een toets of je kamer opruimen. Kinderen met concentratieproblemen hebben met name moeite om zich langere tijd te richten op een opgedragen taak, met gedwongen concentratie.
Concentratie heeft voor een groot deel te maken met motivatie. Het werkt een stuk makkelijker als een kind iets doet wat het leuk vindt dan iets dat hem wordt opgedragen en wat hij ‘moet’ doen. Bijvoorbeeld een taak of een opdracht die niet interessant is.
Ook kunnen concentratieproblemen te maken hebben met lesstof dat te moeilijk of juist te makkelijk is. Een kind met leerproblemen dwaalt bijvoorbeeld af, omdat het de lesstof niet begrijpt of niet goed kan volgen. Een kind dat alle lesstof al begrijpt, kan de les bijvoorbeeld saai vinden.
Sommige kinderen weten gewoon niet hoe
Sommige kinderen weten niet hoe ze zich moeten richten op een taak. Ze hebben geen overzicht over de taak of opdracht en hebben moeite een plan van aanpak te bedenken/op te stellen. Je hoort ze vaak zeggen: ‘waar moet ik dat beginnen?’, ‘ik snap het niet’ of ‘hoe dan?’. Soms kan het ook te maken hebben met werkgeheugenproblemen. Dan heeft een kind moeite om informatie vast te houden en te verwerken in zijn geheugen tijdens het uitvoeren van een taak of opdracht. Andere oorzaken kunnen voortkomen uit aanleg. Zo hebben sommige kinderen moeite zich te concentreren, doordat ze hard of veel informatie binnenkrijgen. Ze zijn gevoelig voor onrust om zich heen en kunnen last krijgen van fysieke klachten, zoals buik- of hoofdpijn.
Andere kinderen raken juist geïrriteerd, doordat ze veel bezig zijn met anderen. Deze kinderen hebben vaak klachten over het gedrag van andere kinderen. Daarnaast kan hyperactiviteit een rol spelen. Kinderen die moeite hebben om hun energie onder controle te houden, willen graag bewegen. Ze tikken met pennen, schommelen met hun benen of maken tekeningen in hun schrift. Tevens kunnen faalangst klachten, onzekerheid of stress het concentratievermogen van een kind beïnvloeden. Onzekerheid, een laag zelfbeeld of de ervaring dat je het niet kan, kunnen voor niet-helpende gedachten zorgen. Dan denkt een kind bij voorbaat dat het iets niet kan of het gaat mislukken. Al die negatieve gedachten zorgen voor een (te) vol hoofd, waardoor een kind zich niet kan concentreren.
Wat is normaal?
Het concentratievermogen van een kleuter is een stuk korter dan dat van een tiener. Kinderen leren naarmate ze ouder worden om zich langer te richten op een taak of opdracht. Gemiddeld genomen kan een kind van zes jaar zich tien minuten concentreren. Een kind van tien jaar twintig minuten en een kind van dertien jaar of ouder ongeveer dertig minuten. Het is belangrijk om te begrijpen dat dit gemiddelden zijn. Elk kind is uniek en vindt iets anders leuk of interessant. Het ene kind kan huiswerk maken bijvoorbeeld leuk vinden, terwijl het andere kind het verschrikkelijk vindt.
Hulp bij leren, faalangst of onzekerheid?
Kan jouw kind wat extra ondersteuning op het gebied van spelling, rekenen of (begrijpend) lezen gebruiken? Heeft jouw kind faalangst of kan het wel wat zelfvertrouwen gebruiken? Onze bijles of groepstrainingen kunnen jouw kind helpen!