Faalangst bij kinderen
Lisa (5 jaar) duikt weg als ze de beurt krijgt in de kring. Ze durft niemand aan te kijken, kijkt naar de grond en durft niks te zeggen. Mike (11 jaar) wordt al gespannen als hij aan de doorstroom toets denkt. Hij wil graag een I-score halen, maar denkt dat het gaat mislukken. Hij mag van zichzelf geen fout maken, want dan kan hij niet naar het vwo.
Faalangst bij kinderen komt vandaag de dag steeds vaker voor. Welk kind heeft er niet een keer last van? Bij de meeste kinderen gaat het echter vanzelf weer over na het opdoen van een paar succeservaringen. Bij sommige kinderen is de faalangst hardnekkiger. Faalangst is meer dan spanning voor een toets of presentatie. Faalangst is de angst om fouten te maken, het niet goed genoeg te doen, oftewel te falen. Deze angst komt naar boven wanneer een kind moet presteren.
Wat voelt een kind die faalangst heeft?
Bij faalangst is de angst zo intens dat het een kind werkelijk belemmert. Dit kan zijn in het dagelijks leven, in de klas of in contact met anderen. Zo kan het kind bijvoorbeeld negatieve uitspraken doen over zichzelf, piekeren, bang zijn om niet leuk gevonden te worden, zich angstig voelen bij nieuwe of onverwachte situaties, dichtklappen of juist extreem veel vragen stellen over nieuwe leerstof. Soms krijgen kinderen ook te maken met lichamelijke klachten, zoals hartkloppingen, kortademigheid, hoofdpijn, buikpijn of slapeloosheid.
Er zijn drie soorten faalangst
Faalangst is onder te verdelen in drie verschillende soorten. Natuurlijk wordt hierbij al snel gedacht aan de angst om te presteren op school, maar dit is maar één van de drie soorten. We lichten ze alle drie nog eens goed uit:
- Cognitieve faalangst: angst dat zich voordoet tijdens het denken, zoals tijdens het leren of andere schoolse taken. Kinderen zijn dan bang voor een negatieve beoordeling van leerkracht, hun ouders, klasgenoten of zichzelf. Bijvoorbeeld bij toetsen, spreekbeurten, huiswerk of praten in de kring. Soms is de spanning zo groot en kan de spanning zo erg oplopen dat het kind blokkeert. Het mislukt, met een bevestiging van falen tot gevolg.
- Sociale faalangst: angst voor wat anderen van jou vinden, zoals vriendjes, klasgenoten of familieleden. Zo kunnen ze bang zijn om afgewezen te worden, niet leuk gevonden te worden of onhandige dingen te zeggen.
- Motorische faalangst: angst om lichamelijke handelingen niet goed te doen, zoals bij de gymles, knutselen, schrijven of een sportwedstrijd. Door de spanning lukt de motorische taak niet of minder goed, waardoor de faalangst juist wordt versterkt.
Faalangsttraining bij D-dact
Kinderen met faalangst doen vaak uitspraken als ‘ik kan het niet’, ‘het gaat toch mislukken’, ‘anderen zijn beter’ en ‘ik vind het spannend’. Bij D-dact zien we regelmatig kinderen met faalangst. Speciaal voor deze kinderen bieden we sinds dit jaar de faalangsttraining ‘Je bibbers de baas’ aan. Het is voor kinderen met faalangst belangrijk om niet-helpende gedachten zoals hierboven genoemd te leren herkennen en zich bewust te worden van hun eigen gedachtegang, zodat ze deze gedachten kunnen omzetten in meer helpende gedachten zoals ‘ik krijg een cijfer dat/beoordeling die bij me past’ of ‘ook al is het moeilijk, ik ga het gewoon proberen’. Deze helpende gedachten helpen de spanning te verminderen en met meer vertrouwen de taak aan te gaan. Zo leren kinderen relaties zien tussen gebeurtenissen, gedachten, gevoelens, gedragingen en gevolgen.
Je kind ondersteunen
Als ouder kun je op verschillende manieren je kind ondersteunen. Ga er bijvoorbeeld niet tegenin als jouw kind zegt ‘ik kan het niet’. Het helpt om je te verplaatsen in je kind en erkenning te geven. Zo kun je bijvoorbeeld zeggen ‘Je vindt het spannend’ of ‘Je doet hard je best om het te kunnen’. Ook kun je teruggrijpen op eerdere successen, laten zien dat fouten maken niet erg is of je kind helpen ontspannen. Wat vindt jouw kind leuk om te doen? Is daar misschien afleiding in vinden? Ontspanningstechnieken zoals ademhalen door je buiken of spieren aan- en ontspannen kunnen helpen.
Daarnaast kun je samen met jouw kind oefenen om niet-helpende gedachten om te zetten in helpende gedachten. Doe bijvoorbeeld eens voor hoe jij dat doet! Laat jouw kind ook eens complimenten aan zichzelf geven of lees één van de volgende boeken: ‘Ik en faalangst’, ‘Het meisje dat nooit fouten maakte’, ‘Ik kan het niet! Over faalangst’ of ‘Je fantastische elastische brein’.
Schakel de faalangsttraining voor jouw kind in!
Merk jij dat jouw kind last heeft van faalangst en zou je dat graag anders zien? Dan kan de training Je bibbers de baas jouw kind verder helpen. Faalangst kan jouw kind namelijk erg belemmeren in zijn of haar verdere ontwikkeling in het gehele schooltraject. Hier moet jouw kind dus zo snel mogelijk vanaf. Neem contact met ons op om te bespreken wat er mogelijk is en je vragen te stellen!